Interactief voorlezen wil zeggen dat je kinderen actief betrekt bij het boek dat je voorleest. De kinderen luisteren, kijken, praten, vragen, spelen en ontdekken. Interactief voorlezen is goed voor het leesbegrip, de luistervaardigheid en de woordenschatopbouw. Maar ook voor de rekenontwikkeling, de fantasie en het leervermogen. Interactief voorlezen geeft winst op vele fronten!
Belevingswereld
Alle spontane reacties van kinderen kunnen aanleiding zijn voor een gesprekje. En daar gaat interactief voorlezen over. Kinderen geven de meeste reacties bij het voorlezen als het boek gaat over dingen die ze zelf meemaken en wat ze zien op foto of illustratie. Als het ‘leeft’ bij de kinderen.
Voldoende tijd nemen
Zie het voorlezen als een moment van aandacht en rust. Zorg er daarom ook voor dat je zelf ontspannen bent.
Samen Kijken
Zorg dat alle kinderen het boek goed kunnen zien. Kinderen ‘lezen’ de plaatjes ook. Je zult versteld staan van wat kinderen op een mooie kijkplaat zien, dat je zelf misschien ontgaan is. Digitale boeken kun je heel mooi via het je digibord aan de hele groep laten zien.
Praten en contact
Betrek alle kinderen bij het voorlezen. Kijk elk kind regelmatig aan en stel tussendoor vragen. Geef ook stille kinderen de kans om te praten. Maar dwing ze niet.
Mimiek en toon
Lezen doe je niet alleen met je stem. Gebruik gezichtsuitdrukkingen en laat af en toe je lijf spreken. Bijvoorbeeld als iets eng, of vies of koud is. Wijs op de plaatjes eventueel moeilijke woorden aan. Zo leren de kinderen nieuwe woorden niet alleen omdat je ze voorleest, maar leren ze ook de inhoud van nieuwe woorden goed begrijpen.
Voor, tijdens, na
De kracht van interactief voorlezen ligt erin de kinderen niet alleen tijdens, maar ook vóór en na het lezen bij het boek te betrekken.
Vóór het lezen praat je over de kaft, de titel, de plaatjes in het boek en het onderwerp. Wat weten de kinderen al van het onderwerp of het thema van het boek? Hebben ze zelf zoiets ooit meegemaakt, gezien, gedaan? Laat de kinderen op het boek reageren en laat ze voorspellen waar het over zal gaan.
Bij een informatief boek kun je ook voor het voorlezen een filmpje laten zien over het onderwerp. Op onze platformen Themaplein.nl en DConline.nl (het online portaal van Documentatiecentrum) zoek je eenvoudig en snel video’s op niveau van je klas.
Tijdens het lezen neem je de kinderen mee in het verhaal of in het onderwerp.
Na het lezen geef je ze de kans het thema uit te beelden. Dat kan in een tekening, in de spelhoek, door materialen te verzamelen en te ordenen, enzovoort. Bij informatieboeken werkt ook de interviewvorm goed: elke leerling bedenkt vragen en interviewt zijn buurman. Als leerkracht interview je je klas of één van de leerlingen.
Open vragen
Stel open vragen, waarop je niet met ja of nee kunt antwoorden. Zo breng je al snel een leuk gesprekje op gang. Voorbeelden van open vragen zijn:
Waar zal dit boek over gaan?
Wat weet je al over …?
Wat zou je over de plaatjes in het boek willen weten?
Wat zou doen als je x was?
Wat denk je dat er nu zal gaan gebeuren?
Hoe zouden ze dit kunnen oplossen?
Hoe zou x zich voelen?
Hoe zou jij je voelen als je dit meemaakte?
De kracht van herhaling
Eenzelfde boekje herhalen is niet erg voor kleuters. Het is zelfs juist goed! De kinderen weten al een beetje wat er komen gaat en dat geeft houvast. De kinderen voelen zich veilig en zullen eerder en meer reageren op het boek. Door de herhaling zullen ze ook nieuwe begrippen beter onthouden.
Bronnen: Peuter Place en SLO
Leerlooierstraat 6
4871 EN Etten-Leur
Nederland
+31 (0)76 205 01 00
service@schoolsupport.nl
Leerlooierstraat 6
4871 EN Etten-Leur
Nederland
+31 (0)76 205 01 00
service@schoolsupport.nl